SSC-studenten maken gebruik van twee stelsels van studie- financiering, die veel raakvlakken hebben met elkaar, maar ook enkele verschillen. Na de studie heb je zowel bij de DUO als bij de SSC een studieschuld opgebouwd die rechtstreeks aan de desbetreffende instantie moet worden terugbetaald volgens de principes van elk stelsel.
SSC
Opbouw en terugbetaling studieschuld
Je totale studieschuld bestaat in principe uit alle gelden die je hebt ontvangen als basisfinanciering vermeerderd met de rente. Van de basisfinanciering vormen de basisbeurs en de aanvullende beurs samen de prestatiebeurs, die eerst in de vorm van een lening wordt uitgekeerd. De prestatiebeurs wordt in gedeelten omgezet in een gift, die je dan niet moet terugbetalen, als je voldoet aan de volgende voorwaarden:
- je haalt je diploma binnen 10 jaar nadat je voor het eerst studiefinanciering ontving voor je beroepsopleiding op niveau 3 en 4;
- je haalt je diploma binnen 10 jaar nadat je voor het eerst studiefinanciering ontving voor je opleiding in het hoger onderwijs;
- je meldt je schriftelijk aan bij de SSC binnen drie maanden na voltooiing van je studie;
- je stelt de SSC onmiddellijk schriftelijk op de hoogte van belangrijke informatie zoals het aanvaarden van een (nieuwe) betrekking en het beëindiging van een dienstverband.
Je bent als afgestudeerde te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het vinden van een baan.
Bij omzetting van een prestatiebeurs of een deel daarvan in een gift wordt de opgebouwde rente over het kwijt te schelden bedrag teniet gedaan op het tijdstip van kwijtschelding. Als je niet hebt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot de prestatiebeurs zal alles wat je als ‘prestatiebeurs’ hebt ontvangen definitief worden omgezet in een lening, waarover je rente moet betalen.
Studenten die vóór 2006 studiefinanciering hebben ontvangen vallen niet onder deze regeling. Zij moeten na de studie 10% rente betalen en wel na 6 maanden nadat zij hun diploma hebben behaald. Je betaalt dan een bedrag per maand dat afhankelijk is van de hoogte van de lening en de periode waarover je gaat aflossen. Dat is het annuïteitensysteem. Het bestaat uit een rente- en een aflossingsdeel. Dit is de goedkoopste. Rente wordt telkens over het uitstaande saldo berekend.
Opschorting terugbetaling
De inning wordt opgeschort als je met een door de SSC erkende vervolgopleiding begint, voor maximaal de door de betreffende opleiding aangegeven nominale studieduur. Je bent verplicht om binnen 8 weken een antwoord te geven op het verzoek van de SSC om je gegevens, die nodig zijn voor de controle op de naleving en de correcte uitvoering van je opschorting. Doe je dit niet, dan kan je opschorting komen te vervallen.
Rente
Het bestuur van de SSC stelt jaarlijks een rentepercentage vast voor de basisfinanciering, de extra studielening en de vervangende lening. Voor 2006 is het rentepercentage vastgesteld op 6% per jaar. De renteberekening gaat in op de dag waarop het bedrag aan lening bij de verstrekker van die lening is afgeschreven. De rente over de opgenomen lening wordt berekend op basis van de annuïteitberekening.
Terugbetalingperiode
De terugbetalingperiode vangt aan aansluitend op de datum van voltooiing van je studie en bestaat uit een aanloopfase en een aflosfase. De aanloopfase is de periode tussen de voltooiing van de studie en het begin van de aflosfase. Gedurende de aanloopfase bestaat geen verplichting tot terugbetaling. De aflosfase vangt aan op 1 maart van het jaar volgend op het jaar waarin je de studie voltooid hebt. Als je de studie staakt, vangt de aflosfase aan op de eerste van de maand volgend op de maand waarin je de studie hebt gestaakt.
De aflosfase beslaat in de regel 10 kalenderjaren volgend op de aanloopfase. Aan het begin van de aflosfase wordt de hoogte van de maandelijkse termijnen tot gelijke bedragen berekend op basis van het aantal maanden van de aflosfase en het bedrag aan opgebouwde studieschuld bij de start van de aanloopfase, vermeerderd met de in de aanloopfase over dat bedrag berekende rente. Daarbij zal de hoogte van de maandelijkse termijnen in ieder geval niet minder zijn dan 2% van de schuld.
Het totaal per jaar te betalen bedrag aan maandelijkse termijnen bedraagt in principe tenminste 0,75% (vijfenzeventighonderste). Het Bestuur van de SSC kan dit percentage gelet op de loonontwikkeling herzien. Je kunt een verzoek indienen voor een draagkrachtmeting als je niet in staat bent om aan de vastgestelde termijn te voldoen.
Je kunt ook een verzoek indienen voor een kortere aflossingsperiode. De hoogte van het maandelijkse bedrag wordt dan door de SSC navenant bepaald. De SSC is verplicht de afgestudeerde te wijzen op het rentevoordeel dat hij of zij daarmee behaalt.
In het geval van een lening voor een extrareguliere student begint de aflosfase direct na het sluiten van de leningsovereenkomst en is de looptijd zoals overeengekomen door partijen, waarbij in ieder geval de duur van 5 jaren niet overschreden mag worden.
Achterstallige studieschuld
De SSC spreekt van een achterstallige schuld als je het bedrag van de verplichte maandelijkse termijn 2 (twee) weken na de vervaldatum nog niet hebt betaald. Op achterstallige termijnen is een boeterente van 1½%(anderhalf procent) via het enkelvoudig rente systeem verschuldigd en hiervoor wordt een aparte terugbetalingsregeling getroffen.
Draagkrachtmeting
Als je niet in staat bent om een vastgestelde termijn te voldoen, kun je gedurende de aflosfase bij de SSC een aanvraag indienen om je draagkracht vast te stellen voor de duur van in principe één jaar. Na dat jaar kan de SSC weer een draagkrachtmeting eisen waarop de hoogte van de maandelijkse termijn weer aangepast kan worden. Je draagkracht wordt bepaald aan de hand van je inkomen. Indien het bedrag van de draagkracht hoger is dan het bedrag van de vastgestelde termijn, betaal je het bedrag van de vastgestelde termijn.
Als je op grond van je draagkracht niet in staat bent de vastgestelde termijn te betalen, dan wordt de draagkracht van je partner berekend en aangewend voor het resterende gedeelte.Als je partner ook studieschuld aflost aan de SSC, dan wordt zijn of haar draagkracht eerst aangewend voor de eigen termijn.
D
UO
Je hebt een studieschuld opgebouwd bij de DUO als je tijdens je opleiding een rentedragende lening, een renteloos voorschot of een prestatiebeurs hebt ontvangen die niet is omgezet in gift. Je hebt ook een studieschuld als je ten onrechte studiefinanciering hebt ontvangen en die niet meteen hebt terugbetaald.
Je bent zelf eindverantwoordelijk voor het op tijd aflossen van je studieschuld. Heb je problemen met de aflossing, ontvang je geen acceptgiro´s of zijn er wijzigingen die relevant zijn voor de aflossing, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de DUO. Eventuele achterstanden in de aflossing die hierdoor ontstaan, moeten altijd worden ingehaald.
Als je opnieuw gaat studeren wordt de terugbetalingsperiode van een schuld voor een vorige opleiding tijdelijk opgeschort. Voorwaarde is wel dat je een opleiding volgt in het beroepsonderwijs of hoger onderwijs en dat je niet staat ingeschreven als extraneus.
Je begint weer met terugbetalen vanaf de maand nadat je de nieuwe opleiding hebt beëindigd. Lees meer
hierover op de website van de DUO.